NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, heeft aan Martin Drenthen een Vidi-onderzoekssubsidie toegekend voor zijn 5-jarige onderzoeksproject “Reading the Landscape: A Hermeneutic Approach to Environmental Ethics”.
Ethiek van het leesbare landschap. Naar een hermeneutische benadering in de milieuethiek.
Verhalen over de betekenis van het landschap zeggen ook altijd iets over onszelf. Veranderingen in het landschap zetten onze identiteit onder druk, maar scheppen ook nieuwe kansen. Dit project onderzoekt wat dit inzicht betekent voor ethische discussies over nieuwe natuur. Het onderzoekt welke ethische motieven een rol spelen bij controverses rond natuurontwikkeling in het cultuurlandschap, en richt zich op de vraag hoe de ethiek achter natuurontwikkeling en de morele zorg om het cultureel landschappelijk erfgoed kunnen samengaan.
Het
algemene doel van dit project is het ontwikkelen van
een milieu-ethiek, die beter om kan gaan
met conflicten
die samenhangen met grootschalige landschappelijke
veranderingen als gevolg van natuurontwikkeling. Uitgangspunt
van mijn benadering is dat onze
morele houdingen ten aanzien van het landschap ten diepste
samenhangen met ideeën over wie we zelf zijn, en dat die
ideeën zich het best laten vangen in
de verhalen die we over plaatsen en landschappen vertellen.
Als
landschappen kunnen worden gezien als leesbare teksten, dan zijn oude
cultuurlandschappen als een palimpsests, d.w.z.: als gelaagde teksten
die het resultaat zijn van een voortduren proces
waarin landschappen worden 'geschreven', ge(her)interpreteerd en
herschreven. Dit betekent dat gelaagde landschappen niet alleen op
verschilende manieren kunnen worden gelezen, maar ook op verschilende manieren moeten
worden gelezen. Dit inzicht open een nieuw perspectief om vanuit na te
dneken over het conflict tussen verschillende lezingen van het
landschap.
De betekenis van landschappen verandert voortdurend. Het interpreteren van een landschap, en dus ook ons verstaan van de betekenis ervan, is een nooit eindigend proces, niet alleen omdat we steeds nieuwe manieren ontdekken om naar het landschap te kijken en er meer over te weten komen, maar ook, en belangrijker, omdat de betekenis die een landschap voor ons heeft deel uitmaakt van een lopend gesprek over wie 'wij' zijn en in welke wereld we ons bevinden. De filosofische hermeneutiek heeft erop gewezen dat de klassieke teksten van onze cultuur mede vormend zijn voor de manier waarop we onszelf begrijpen, en onszelf vormen tot morele wezens. Dit project onderzoekt de gedachte dat landschappen ook een soort 'teksten' zijn die uitleg behoeven, en probeert een ethische theorie van het landschap ontwikkelen die interpretaties van het landschap verbindt met kwesties van morele identiteit en milieuethiek.
Startpunt is de erkenning dat landschappen op meerdere manieren kunnen worden 'gelezen', en dat de morele verhalen die we vertellen over de betekenis van landschappen ons in staat stellen om recht te doen aan de verschillende, en soms ogenschijnlijk tegenstrijdige betekenissen en waarden die landschappen voor ons kunnen hebben.
Veel natuurontwikkelingsprojecten zijn onderwerp van felle debatten en conflicten (denk alleen maar aan de controverse rond de Hedwigepolder), waarbij elkaar uitsluitende opvattingen over natuur, maar ook verschillende mensvisies, met elkaar botsen. De een ziet natuurontwikkeling als een welkome correctie waarin we als mensen weer ruimte scheppen voor niet-menselijke natuur, een ander als bedreiging voor de identiteit van het aan ons overgeleverde cultuurlandschap. In dit project wordt onderzocht of een nieuwe benadering van de milieuethiek kan helpen de verschillende perspectieven ten aanzien van het landschap met elkaar in gesprek te brengen. In drie deelprojecten zal de vruchtbaarheid van deze benadering worden beproefd door in te gaan op concrete conflicten rond natuurherstel- en natuurontwikkelingsprojecten en rond nieuw opkomende wildernis.
Het hoofdproject van Martin Drenthen zal een landschapsethisch kader ontwerpen dat in staat is de relatie te begrijpen tussen landschapsinterpretatie, sense of place en narratieve morele identiteit. Het project zal allereerst de filosofische hermeneutiek, met haar traditionele focus op geschreven teksten, zodanig verbreden dat ze ook onze relatie met landschappen omvat. Het zal de grenzen en mogelijkheden onderzoeken van de metafoor van het landschap als een tekst die vraagt om interpretatie, en nagaan hoe een hermeneutische benadering zich verhoudt tot bestaande perspectieven in het milieufilosofie en omgevingswetenschappen. Uiteindelijk doel is de ontwikkeling van een narratieve landschapsethiek, een ethiek van de leesbare landschap, die behulpzaam kan zijn bij de beoordeling van onze verhouding tot onze omgeving, met name voor praktijken rond natuurbehoud en natuurontwikkeling.
Drie
deelprojecten zullen het hermeneutische perspectief toepassen en op
zijn bruikbaarheid testen met betrekking tot concrete casuistiek.:
Deelproject 1 (PhD): De
ethiek
van het nieuwe natuurontwikkeling in een cultuurlandschap. (Andrea
Gammon)
Het eerste deelproject zal de normatieve motieven onderzoeken
die een rol spelen in conflicten over 'rewilding'
projecten, waar natuurlijke processen en entiteiten doelbewust
worden geïntroduceerd in cultuurlandschappen. Het
project zal bestaande pogingen bestuderen om bij de inrichting van
nieuwe natuur rekening
te houden met cultureel landschappelijk erfgoed vanwege
het belang daarvan voor onze 'sense of place' en onze plaatsgebonden
identiteit. Bovendien zal het de verschillende strategieën
vergelijken om het engagement met nieuwe natuur te combineren met de
zorg voor cultureel landschappelijk erfgoed.
Deelproject 2 (PhD): De
ethiek van het leven met grote roofdieren. (Mateusz Tokarski)
Het tweede deelproject onderzoekt de normatieve motieven die in het
spel zijn
in
conflicten met betrekking tot de terugkeer van grote roofdieren zoals
wolven en andere 'ongemakkelijke' soorten, die onze bestaande noties
van identiteit uit lijken te dagen. Het zal specifiek ingegaan op
controversiële gevallen waar nieuwe
roofdieren terugkeren die door sommigen als bedreigend
of lastig worden gezien, terwijl ze worden verwelkomd door anderen die
menen dat
deze soorten hier 'thuishoren'. Het project gaat na waarom de
komst van grote roofdieren op de ene plek tot grote onrust leidt, en op
andere plaatsen als iets positiefs wordt gezien. Daarbij zal
bijvoorbeeld worden gekeken naar pogingen om bestaande angsten
weg te nemen en het heersende negatieve culturele beeld van roofdieren
te veranderen.
Deelproject 3 (Postdoc):
naar een narratieve legitimatie van natuurbehoud. (Glenn
Deliège)
Dit deelproject zal de impliciete morele motieven en verhalen over de
mens-natuur relatie onderzoeken
die een rol spelen bij de verschillende betrokkenen van natuurherstel-
en
natuurontwikkelingsprojecten. Het zal kritisch reflecteren op
bestaande legitimatiestrategieën voor natuurbehoud en
ontwikkeling, samen met natuurbeschermers nadenken over de
betekenis van plaats en identiteit in natuurbehoud en de betrokkenen
uitdagen
om de menselijke dimensie in hun natuurverhalen expliciet
te maken.
Alle deelprojecten onderzoeken de relatie tussen
landschapsinterpretaties en opvattingen van het zelf en proberen
de in het geding zijnde morele ervaringen bij
de conflicterende partijen expliciet maken, met als doel het
perspectief op onze morele verhouding tot het landschap te verbreden en
het morele debat over onze omgang met het landschap te verdiepen.
Het project is op 1 januari 2013 van start gegaan.